Soms gaan er weken, zelfs maanden, overheen voordat ik weer helemaal gegrepen ben door een boek. Het afgelopen jaar had ik nogal wat van die luwe periodes. Interessante vraag waar dat aan ligt: is het gebrek aan aandacht en ontvankelijkheid van mij, word ik gewoon steeds kritischer, of had ik simpelweg pech? Hier toch vijf boeken waarvan ik genoten heb:
The Patrick Melrose Novels van Edward St. Aubyn. Brits op z’n best. Onderkoeld en heel scherp geformuleerd, waardoor pas in tweede instantie doordringt welk hartverscheurend verhaal er eigenlijk wordt verteld.
Ghana Must Go van Taiye Selasi. Hoewel het in mijn herinnering al iets is verbleekt, was dit boek een plezier om te lezen. Slimme constructie, interessant, humaan.
Pier en Oceaan van Oek de Jong. Je moet er van houden, van zo’n vrijwel plotloos verhaal dat drijft op sfeer. Maar dat doe ik. De Jong beschrijft de wereld van een jongen zo sensueel dat mij allerlei jeugdherinneringen te binnen schieten. Meesterlijk.
Swimming Home van Deborah Levy. Korte, transparante, gepolijste roman die de gekte volkomen toelaat. En daardoor levensecht wordt.
Faith of the Faithless van Simon Critchley. Een filosofieboek dat nota bene een lang hoofdstuk aan Paulus wijdt, en dat ik desondanks ademloos gelezen heb. Dit boek analyseert niet alleen het sacrale in de politiek – maar overtuigt me ook van de noodzaak daarvan.