Ook ‘droge’ en zakelijke teksten schrijf ik vaak op klank. Ik heb er bijvoorbeeld plezier in om veel plofklanken zoals de b en de p achter elkaar in een zin te stoppen, of om verwonderde brede aaa’s achter elkaar te laten uitwaaieren.
Vaak zullen lezers de klank en het ritme in mijn zinnen niet eens opmerken, maar ik ben ervan overtuigd dat die inspanning toch doorwerkt omdat de tekst er aantrekkelijker door wordt. Rijm toelaten maakt een tekst sfeervol, persoonlijk en gelaagd.
Rijm komt in soorten en maten. Zo zou je het gebruik van metaforen een inhoudelijke vorm van rijmen kunnen noemen. Ook beelden kunnen een verband met elkaar aangaan. Pas zag ik in Het Noord-Brabants Museum een mooie installatie van Chiharu Shiota. Deze Japanse kunstenares verbindt bloedrode draden met elkaar in een ruimte, die ze na afloop van de expositie weer doorknipt (dat is inmiddels gebeurd; de tentoonstelling liep vorige maand af).
Thuis zag ik wat mijn hondje Fien met een zwart klosje garen had gedaan. Die aanblik bood me sowieso plezier. En als ik ooit een essay zou willen schrijven over auteurschap, maken en kijken, dan zou het een vruchtbaar rijm kunnen zijn. Is mijn hond een kunstenaar? Ben ik het, omdat ik het rijm zie? Of gaat de eer toch naar Shiota, die een memorabele installatie neerzet die allerlei observaties op gang brengt?